W&G 05-2013 Twaalf jaar na hun vlucht uit Wit-Rusland heeft het dove vluchtelingen gezin Yaroshenya eindelijk een verblijfsvergunning gekregen. Wat is in die tijd met het dove echtpaar en hun horende zoon gebeurd? Hebben ze aansluiting gevonden bij de Nederlandse dovenwereld? Yasine ontmoet de gelukkige familie in het dovencluhuis in Dodrecht.
Wit-Rusland of Belarus
Wit-Rusland… wat weten wij daarover? Ik vroeg willekeurig wat mensen, maar niemand wist precies wat er gaande was in dat land. Ik heb het ‘gegoogled’ en er blijkt inderdaad weinig informatie over het land te vinden. Wit-Rusland is deel van de voormalige Sovjet-Unie, maar ligt niet in het huidige Rusland. Het is onafhankelijk. Wit-Rusland wordt ook wel de laatste dictatuur van Europa genoemd. Alexandr Loeskasjenko die voor de vierde termijn president is, is al twintig jaar aan de macht. Belarus is de Russische en ook de Engelse benaming voor Wit-Rusland, ‘bela’ betekent wit in het Russisch. Mensenrechtenorganisaties vragen aandacht voor de slechte omstandigheden en de doodstraf in Wit-Rusland, waarbij mensen met een schot in de nek geëxecuteerd worden. Hun familie hoorde dat meestal meestal pas achteraf. In de afgelopen tientallen jaren hebben veel Wit-Russen politiek asiel aangevraagd. Onder hen ook de familie Yaroshenya. Nicolaj en Elena, beiden doof, zijn met hun 21-jarige zoon Andrej Wit- Rusland ontvlucht omdat de situatie voor hen gevaarlijk was. Na twaalf jaar wachten in Nederland mogen de dove vluchtelingen eindelijk blijven.
Dove asielzoekers
Ik ontmoet het gezin Yaroshenya bij Dorswedo, een dovenontmoetingscentrum in Dordrecht. Nicolaj doet open en verwelkomt me. Terwijl hij achter de bar een kopje sterke espresso voor me maakt, komen Elena en Andrej binnen. Nicolaj en Elena gebaren heel goed Nederlands met een vleugje Russisch accent. Zoon Andrej kijkt een beetje moeilijk als ik mijn naam vingerspel. Ik doe het nog een keer, nu langzamer. Tijdens het interview met de drie kom ik er achter waarom: Andrej gebruikt de Russische vingerspelling! Nicolaj en Elena gebruiken met hun zoon een mix van Russische en Nederlandse gebaren. Over waarom ze Wit-Rusland ontvlucht zijn, willen ze liever niet meer kwijt dan dat ze dove politieke vluchtelingen zijn. Nicolaj kwam als eerste aan in Nederland, via een smokkelroute. Hij werd in België aangehouden en voor zes weken gevangen gezet omdat hij zijn naam niet wilde geven, uit angst ontdekt te worden door de verkeerde mensen. Elena zat toen nog in Wit- Rusland te wachten, ze wist niet of haar man dood was of nog leefde. Gelukkig kreeg ze uiteindelijk een brief van Nicolaj dat alles goed met hem was en dat hij in België zat. Na zes maanden vluchtte ook Elena Wit-Rusland samen met haar negenjarige zoon. “Wil je papa weer zien? Kom, dan gaan we nu.”
Nicolaj, Elena en Andrej kwamen op een asielzoekerscentrum (AZC) in Dordrecht terecht. Andrej weet nog heel goed dat hij bij aankomst een grote boot voor zich zag en dat hij aan boord ging en door de kille gang met knipperende lampen liep. Het waren overweldigende ervaringen voor een negenjarige. Ondanks dat vond hij het leuk om met asielzoekerkinderen naar school te gaan. Voor Elena en Nicolaj was het anders: er waren veel uiteenlopende nationaliteiten met verschillende talen. Nicolaj: “We konden niet met ze communiceren. Keer op keer vroeg ik aan het AZC of ze wisten of er dove mensen in de omgeving waren. Ze gaven daar geen gehoor op. Ze wuifden het als onbelangrijk weg. Tot op een dag dat Elena en ik boodschappen gingen doen. Ja, dat mocht, maar je moest wel aan de bewaker vertellen wat je ging doen. Wij kwamen langs een gebouw waar er een bordje met een oor met een streep erover was afgebeeld. ‘Doof??’ Wij keken elkaar aan en liepen naar binnen. We zagen een zaaltje met dove mensen. ‘Doof?’ gebaarde ik, waarop Ko ter Linden naar ons toe kwam. Sindsdien hadden wij contact met Ko en de dove mensen via Dorswedo! Wij werden vrijwilligers bij Dorswedo en gingen naar gebarencursussen. Ko heeft ons twaalf jaar lang bijgestaan.” “Dat is een groot geluk geweest, vertelt Nicolaj, want het ging helemaal niet goed met onze asielaanvraag. Wij moesten bij de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) komen voor ons interview. Ik had van te voren aangegeven dat ik in gebarentaal communiceerde, maar dan de Russische gebarentaal omdat ik de Nederlandse nog niet kende. De IND zou contact regelen met een tolk Russische gebarentaal via de webcamera. Maar toen het zo ver was, kwam er een tolk Russisch binnen die geen gebaren kon! Wij moesten dus communiceren via pen en papier. Dat ging moeizaam en we begrepen niet alles wat de tolk gezegd had. Daarna moesten wij onze verklaring, die vertaald werd in het Nederlands ondertekenen zonder te weten wat er precies stond. Anders zou onze aanvraag niet behandeld worden.”
Na 8 maanden werd het gezin onverwachts verplaatst naar een ander AZC, in Wapenveld vlakbij Zwolle, waar ze moesten afwachten of ze in Nederland mochten blijven. De reden was, legt Ko me via de email uit, dat daar de meeste asielzoekers van Russische of Armeense afkomst zitten. Nicolaj: “ik vroeg aan hen of er ook doven waren in die omgeving. Ze zeiden alleen: ‘als je niet wil verhuizen, moet je maar weg’. Met andere woorden, terug naar Wit-Rusland! Wanhopig smste ik naar Ko, maar we werden al overplaatst.” Ko kwam meteen in actie en schreef een brief naar de COA (Centraal Orgaan Asielzoekers). “Zwolle heeft geen dovenstichting of wat dan ook”, vertelt hij, “dus daar was niemand die hen verder kon helpen. Gelukkig werden ze teruggehaald naar Dordrecht”, aldus Ko.
Het is 2008. De familie Yaroshenya krijgt via een brief te horen dat ze uitgeprocedeerd zijn en terug moeten naar Wit-Rusland. Ze komen niet in aanmerking voor het Generaal Pardon, de regeling die zegt dat alle asielzoekers die vóór 1 april 2001 in Nederland aankwamen, mogen blijven. Nicolaj en Elena kwamen op 31 maart aan, maar omdat er geen tolk was, kon de IND hun aanvraag de volgende dag pas in behandeling nemen. Elena vertelt: “Pogingen om in hoger beroep te gaan mocht niet baten. Vier advocaten hadden we versleten en nog kwam er een probleem bij: onze zoon Andrej had een oproep gekregen voor de militaire dienstplicht in Wit-Rusland. Er staat gevangenisstraf op het ontlopen daarvan.” Nicolaj vult aan: “We zijn daarna het AZC ontvlucht. We hebben hier en daar ondergedoken.” En Andrej vertelt: “We zijn ongeveer 14 keer verhuisd van het ene AZC naar het andere en wel 20 keer ondergedoken.” Elena: “spullen en koffers moesten we steeds meeverhuizen, vier jaar lang. Het was een verschrikkelijke tijd, vol met frustraties en verdriet.” Andrej: “ik was bang en wist niet wie ik kon vertrouwen, mijn wereld bestond alleen uit mijn familie.” Toen kwam de Kinderpardon-regeling. Dat was een initiatief van Joël Voordewind van de ChristenUnie, om in Nederland gewortelde kinderen die hier naar school zijn geweest toe te laten. Dit was de laatste strohalm voor het gezin. Dankzij deze regeling mocht Andrej, die nu derdejaarsstudent Docent Engels is, blijven. Dus zijn ouders ook. Na het interview laten ze blij hun kersverse verblijfsvergunningen zien. Paspoorten krijgen ze pas na vier jaar. Op de vraag of ze Wit-Rusland willen bezoeken, antwoordt Elena dat ze daar wel familie hebben met wie ze webcammen, maar bezoeken… nee geen behoefte aan. Nicolaj: “hier hebben we echt rust.” Elena: “nu moeten we ook sparen, kijken wat we kunnen qua studie en werk. We weten niet wat de toekomst ons brengt. We moeten Wit- Rusland achter ons laten en ons op Nederland richten. Want onze toekomst ligt hier.” Nicolaj: “Ik wil graag zeggen dat wij heel veel te danken hebben aan Ko, aan zijn steun. Als hij er niet was, dan hadden wij serieuze problemen.” Elena: “We willen niet alleen Ko bedanken, maar alle anderen die ons heel veel hebben gesteund en geholpen.”
Over zijn hulp vertelt Ko: “Vanuit Dorswedo bemiddelde ik als (relay)tolk, ging mee naar advocaten, rechtbanken, vluchtelingenwerk, asielzoekerscentra, deed de correspondentie met hun advocaten, regelde tolken, bracht hen in contact met mensen die kleding, voedsel, huisvesting enzovoorts konden regelen. Mede dankzij de steun van Jan Tempelaar wisten we het met dat gezin zolang vol te houden. Samen schreven we voor de asielprocedure brieven naar de IND en de Minister van Justitie. We deden dat om aandacht en begrip te vragen voor hun situatie, maar ook voor dove asielzoekers in het algemeen. De normale asielprocedure werkt voor hen niet goed. Dove asielzoekers worden verspreid over heel Nederland, waardoor ze de noodzakelijke communicatieve begeleiding en ondersteuning missen. De COA, AZC’s en de vreemdelingenpolitie weten niets van de (hulpverlenende) instanties voor doven zoals de regionale Welzijnsstichtingen, Dovenschap, GGMD, de Gelderhorst, de Riethorst, enz. Daardoor verdwalen dove asielzoekers in een wildvreemde horende omgeving, met als gevolg een gebrekkige en veelal falende communicatie vol misverstanden. Vaak komen ze bij toeval in aanraking met doven en zo alsnog in contact met instanties. Maar ook dan gaat het niet vanzelf goed, er is geen vaste standaardprocedure hoe dove mensen op te vangen en te begeleiden.” “Ko’s idee om alle dove asielzoekers in één asielzoekerscentrum te huisvesten zou prachtig zijn”, mailt Jan Tempelaar me ter aanvulling, “maar de horende wereld ziet het probleem niet…” Op 23 november was er een feest in Dorswedo voor de familie Yaroshenya. Hen wens ik veel geluk! Wat mij betreft verdienen Ko en Jan een dikke pluim, net als alle geweldige mensen uit de Dovengemeenschap die naar hen hebben omgekeken!
Door: Yassine Ellen Nauta Fotografie: Nimo Hersi